Op de Canarische Eilanden zijn dit jaar tot 25 juli in totaal 11.001 mensen gestorven, wat neerkomt op een stijging van 13,64% ten opzichte van dezelfde periode van vorig jaar (1.320 sterfgevallen meer), volgens de gegevens die gisteren door het ‘Instituto Nacional de Estadística’ (INE) zijn verstrekt. In gans Spanje zijn er in dezelfde periode in totaal 275.872 personen overleden, wat neerkomt op een stijging van 5,15% (13.317 sterfgevallen meer).

De 13,64% stijging voor de Canarische Eilanden en het nationale gemiddelde van 5,15% is een opmerkelijk verschil. Tenerife laat de grootste stijging optekenen met 15,56% ten opzichte van het voorgaande jaar, gevolgd door Gran Canaria met 14,72%. Opmerkelijk is dat El Hierro een daling kent van 10,71%.

Wat de cijfers voor gans Spanje betreft, vielen de meeste doden in 2022 in de zomermaanden, volgens het dagelijkse monitoringsysteem voor sterfte (MoMo) van het Instituto Carlos III, dat tot 2.223 sterfgevallen toeschrijft aan de hoge temperaturen in juli. In totaal heeft het MoMo dit jaar 5.276 sterfgevallen geregistreerd die verband houden met de hoge temperaturen, dat is erg veel in vergelijking met de 744 in 2021.

Wat de autonome gemeenschappen betreft, is het sterftecijfer het hoogst gestegen in Cantabrië met 23,22%, op de voet gevolgd door Navarra met 15,69%, de Canarische Eilanden met 13,64%, Castilië en Leon met 11,99% en de Balearen met 11,43%. De Valenciaanse Gemeenschap is de enige die een daling van het aantal sterfgevallen liet optekenen (-0,16%).