De sector is optimistisch over de oogst maar vraagt om meer flexibiliteit en snelheid bij het ontvangen van hulp, die nog steeds uitblijft: "Niemand heeft compensatie ontvangen voor de materiële verliezen die door de ramp zijn geleden".

Een jaar na de uitbarsting van de vulkaan Cumbre Vieja moet er nog veel gebeuren maar de bananensector, een van de zwaarst getroffen sectoren, ziet de toekomst met gematigd optimisme tegemoet. "We hebben een zeer zware tijd gehad", zei de voorzitter van Asprocan, Domingo Martín, "maar het proces voor het verkrijgen van steun is aan de gang en ik hoop dat voor het einde van het jaar de producenten deze steun zullen ontvangen. We moeten geduld hebben, maar de sector is zeer eensgezind en wil de handdoek niet in de ring gooien. De bananenproductie zal binnen 2 jaar voor 90% hersteld zijn als er geen problemen zijn met de irrigatie-installaties".

In 2021 telde de sector op La Palma 5.300 producenten van de 8.000 die er op de archipel zijn en verhandelde 32% van de totale productie van de eilanden, die meer dan 400 miljoen kilo bedroeg, volgens de gegevens van Asprocan.

De organisatie wijst erop dat het Isla Bonita gemiddeld 140 miljoen kilo bananen per jaar uitvoert en werk biedt aan meer dan 11.000 mensen in een regio met ongeveer 85.000 inwoners. Het productieverlies bedroeg in het afgelopen jaar meer dan 53 miljoen kilo.

Concreet gaat het om 217 hectare die verloren zijn gegaan en ongeveer 600 gezinnen verloren hun bedrijf en inkomen. De meeste plantages zijn nog steeds niet toegankelijk of zijn volledig bedolven onder de lava.

Martin waardeert de belangrijke inspanning van de regering van de Canarische eilanden om tijdelijke zeewaterontziltingsinstallaties ter beschikking te stellen maar veel telers hebben hun middelen van bestaan zien vernietigd worden en hopen tegen het einde van dit jaar de beloofde steun te krijgen, zodat de sector beetje bij beetje de draad weer kan oppakken en dat over enkele jaren 90% van het getroffen areaal kan worden hersteld. "Dit is het doel, we moeten een positieve boodschap uitdragen”, zo besluit Martìn.